Slingerziekte bij biggen staat bekend om de plotselinge sterfte en typische zenuwverschijnselen. Maar in de praktijk blijkt de ziekte ook in een stille, sluimerende vorm aanwezig: subklinische slingerziekte. “De dieren lijken gezond, maar ze groeien trager, zijn ongelijk in gewicht en leveren uiteindelijk minder op. Het is een stille verstoorder in de stal”, vertelt dierenarts Sjouke Van Poucke van de Vlaamse diergezondheidsorganisatie Syn+ op de Varkensproeverij van farmaceutisch bedrijf HIPRA.
Veel varkenshouders kennen E. coli F4 als veroorzaker van speendiarree. Deze bacterie hecht zich aan glycoproteïnen in de dunne darm van jonge biggen. Daarnaast is de verotoxine coli een beruchte ziekteverwekker. Deze bindt aan glycolipiden, die pas na het spenen tot ontwikkeling komen. Daarom veroorzaakt verotoxine coli vooral problemen bij biggen van zes tot twaalf weken. In ernstige gevallen leidt dit tot oedeem en sterfte; in mildere gevallen ontstaat subtiele darmschade die de groei remt. Deze mildere gevallen, subklinische slingerziekte, kunnen ongemerkt geld kosten.
Verotoxine coli aantonen
Subklinische slingerziekte wordt vaak over het hoofd gezien. Weefselonderzoek toont zelden duidelijke letsels, en de gifstof die door de veroorzakende bacterie wordt geproduceerd is moeilijk te meten. Toch speelt het volgens Van Poucke veel. “De acute gevallen zijn zeldzamer dan de sluimerende gevallen. Terwijl de sluimerende vorm ongemerkt voor groeiverlies zorgt”, vertelt de dierenarts. Om ook subklinische slingerziekte op het spoor te komen, kan de Verocheck®-test worden ingezet: een PCR op speekselstaaltjes die nagaat of verotoxine coli aanwezig is.
Het effect van vaccinatie
Dat vaccinatie effect heeft op het aantal klinische uitbraken van slingerziekte, is bekend. Maar ook op bedrijven zonder zichtbare problemen, maar met aanwezigheid van verotoxine coli zorgde vaccinatie voor winst. Dit door een hogere groei en betere voederconversie, homogenere koppels bij slacht (minder lichte dieren) en minder oortopnecrose, een vaak onderschat gevolg van vaatbeschadiging. “De vaccinatie gaf niet alleen gezondere biggen, maar ook rust in de stal”, aldus Van Poucke.
Ook minder schade door Streptococcus suis
In de proeven die gedaan werden rondom vaccinatie tegen verotoxine coli viel nog iets op: op bedrijven met zowel verotoxine coli als Streptococcus suis halveerde de uitval door S. suis na vaccinatie tegen E. coli. Dit komt doordat de streptokokken bij afwezigheid van verotoxine coli minder kans krijgen. Het toxine van verotoxine coli beschadigt namelijk de vaatwand, waardoor S. suis makkelijker aanslaat. Minder schade betekent dus minder kans op problemen door streptokokken, zoals hersenvliesontsteking of gewrichtsontstekingen.
Economisch voordeel
De economische winst door vaccineren verschilt per bedrijf. Dit komt met name door:
- Minder antibioticagebruik.
- Minder uitval.
- Betere groei en uniformiteit.
Conclusie
Slingerziekte is niet altijd zichtbaar, maar de economische schade is dat wel. Bedrijven met trage groei, ongelijkmatige koppels of lichte oortopnecrose doen er goed aan om aanwezigheid van verotoxine coli in beeld te brengen. “Subklinische slingerziekte is misschien niet spectaculair, maar ze kost ongemerkt veel geld. Een vaccinatie kan dan snel rendabel zijn”, besluit Van Poucke.
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: beeldarchief Prosu BV




