De Chinese overheid grijpt in tegen de praktijk van het zogenoemde ‘refattening’, waarbij kleine varkenshouders marktklare vleesvarkens opkopen van grote varkensbedrijven en deze enkele maanden extra voeren om ze zwaarder – vaak tot 150 kilogram – af te leveren. Deze speculatieve strategie wordt gebruikt om te profiteren van verwachte prijsstijgingen op de varkensmarkt.
Volgens analisten zorgt deze praktijk voor onvoorspelbare prijsschommelingen, voedselverspilling en inefficiëntie in het voersysteem. Zeker in tijden van overaanbod, zoals nu het geval is in China, versterkt refattening de neerwaartse prijsdruk. Sinds februari schommelt de Chinese varkensprijs rond 14 yuan per kilo – fors lager dan de piek van 21 yuan in augustus vorig jaar.
De overheid wil met de aanpak niet alleen de markt stabiliseren, maar ook het voer- en graanverbruik beperken. Het overmatig voeren van zware varkens botst met het nationale beleid om de afhankelijkheid van graan- en soja-importen, met name uit de VS, terug te dringen. Varkens zijn namelijk het meest voer-efficiënt rond 120 kilogram.
Grote bedrijven zoals Muyuan Foods, China’s grootste varkensproducent, zijn al gestopt met de verkoop aan refatteners. In sommige provincies, zoals Guangdong, wordt de handhaving van de nieuwe maatregelen strikt opgevolgd.
Auteur: Gerben Hofman




