Het inkomen in de varkenshouderij is in 2025 verder teruggelopen na het uitzonderlijk goede jaar 2023. Volgens de nieuwste raming van Wageningen Social & Economic Research komt het gemiddelde inkomen uit bedrijf in 2025 uit op circa € 170.000 per onbetaalde arbeidsjaareenheid (oaje). Dat is een duidelijke daling ten opzichte van 2024, toen het gemiddelde inkomen nog € 259.000 per oaje bedroeg.
Lagere opbrengstprijzen drukken resultaat
De belangrijkste oorzaak van de inkomensdaling is de terugval van de opbrengstprijzen. Zowel de prijzen van biggen als vleesvarkens liggen in 2025 gemiddeld lager dan een jaar eerder. De Europese varkensproductie is gestabiliseerd en de markt is verzadigd, terwijl de exportpositie is verslechterd. Dit heeft geleid tot lagere opbrengsten uit de verkoop van dieren.
Daarnaast heeft ook de negatieve aanwaswaarde op de eindbalans een drukkend effect gehad op het bedrijfsresultaat in 2025. Hierdoor vallen de totale opbrengsten lager uit dan in 2024.
Kostenontwikkeling: verlichting bij voer, druk bij mest
Aan de kostenkant is het beeld gemengd. De prijzen van varkensvoer zijn in 2025 licht gedaald , dankzij een ruim aanbod van grondstoffen op de wereldmarkt. Deze daling heeft gezorgd voor enige kostenverlichting, maar was onvoldoende om de lagere opbrengsten te compenseren.
Tegelijkertijd zijn de kosten voor mestafzet verder gestegen, wat het resultaat van veel bedrijven onder druk blijft zetten. Per saldo nemen de totale kosten licht toe.
Grote verschillen tussen bedrijfstypen
Binnen de varkenshouderij zijn de inkomensverschillen groot:
- Zeugenbedrijven
Het inkomen daalt beperkt en komt in 2025 uit op gemiddeld circa € 368.000 per oaje. Daarmee ligt dit bedrijfstype nog altijd boven het gemiddelde van de afgelopen vijf jaar. - Gesloten varkensbedrijven
Hier is de inkomensdaling aanzienlijk. Het gemiddelde inkomen zakt naar ongeveer € 145.000 per oaje, vooral door lagere opbrengsten bij gelijkblijvende of stijgende kosten. - Vleesvarkensbedrijven
Dit bedrijfstype wordt het hardst geraakt. Het gemiddelde inkomen daalt naar circa € 25.000 per oaje, ruim onder het niveau van voorgaande jaren.
Nog boven meerjarig gemiddelde
Ondanks de duidelijke terugval ligt het gemiddelde inkomen in de varkenshouderij in 2025 nog steeds iets boven het meerjarig gemiddelde van ongeveer € 160.000 per oaje over de periode 2020–2024. Dit onderstreept dat de sector nog profiteert van de goede resultaten in eerdere jaren, maar dat de marges duidelijk onder druk staan.
Vooruitblik
De inkomensontwikkeling in 2025 laat zien hoe gevoelig de varkenshouderij blijft voor veranderingen in markt en exportpositie. Lagere opbrengstprijzen hebben direct grote invloed op het bedrijfsresultaat. Voor ondernemers blijven kostenbeheersing, marktgericht produceren en risicospreiding belangrijke factoren om ook in minder gunstige jaren het bedrijf financieel gezond te houden.
Bron: Agrimatie




