Deze week presenteerden informateur Sybrand Buma, fractieleiders Rob Jetten (D66) en Henri Bontenbal (CDA) het tussenverslag “Samen aan de slag voor een sterker Nederland”. POV constateert dat er enerzijds erkenning is voor de waarde van de landbouw en een robuust voedselsysteem. Anderzijds biedt de uitwerking hiervan grote zorgen. Zo komt de vergunningverlening voorlopig (tot 2030 /2035) niet los. En het thema dierwaardigheid ontbreekt compleet.
POV onderschrijft de inzet van D66/CDA om de KDW uit de wet te halen en deze te vervangen door een juridisch houdbaar alternatief. POV vraagt bij de herziening van het beleid aan te sluiten bij de Europese systematiek: de staat van de natuur centraal (gemonitord volgens de EU-richtlijnen en gidsen) en stikstof te beschouwd als risicofactor (dus niet als norm).
Ook kan het niet zo zijn dat er pas vergunningen afgegeven worden, wanneer geborgde reductie plaatsvindt. De landbouw heeft al fors gereduceerd en de veehouderij krimpt. Er moeten veel eerder vergunningen afgegeven worden, zodat boeren kunnen investeren in emissiereductie en verdere verduurzaming. Zonder vergunningen staan innovaties en verduurzaming stil.
Dierrechten en ontwikkelingsmogelijkheden
Er wordt gesproken over afroming van dierrechten buiten familie. Dat kan voor varkens- en pluimveerechten niet waar zijn! Deze maatregel is onlangs met redenen geschrapt – door de Tweede en Eerste Kamer – omdat doelen door deze sectoren gehaald zijn. Het is onbespreekbaar dat afroming weer geïntroduceerd wordt. Ondernemers verdienen zekerheid en behoorlijk bestuur in plaats van wispelturigheid.
Dierwaardigheid ontbreekt
Opmerkelijk is dat dierwaardigheid ontbreekt in het plan. Er wordt niets over geschreven. Het is belangrijk dat de coalitiepartijen het Convenant Dierwaardige Veehouderij omarmen. Alleen dan zetten we stappen naar meer dierenwelzijn, mét een goede positie voor boeren in de keten.
Bron: POV




