De varkenshouderij gaat de sectorale plafonds voor stikstof- en fosfaatexcretie in 2025 halen. Dat blijkt uit de nieuwste cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), die deze week door Minister Wiersma aan de Tweede Kamer zijn gepresenteerd.
De varkenshouderij werd afgelopen jaar voor een forse extra reductieopgave gesteld. POV vindt dit onterecht, gezien de grote inspanningen die de sector al heeft geleverd en in de komende jaren levert. Desondanks wordt die extra opgave gehaald. Zie tabel.
De voorlopige cijfers uit de Landbouwtelling 2025 tonen aan dat de varkenshouderij haar uitstoot aanzienlijk heeft verminderd. In het 2e kwartaal van 2025 kwam de stikstofexcretie uit op 75,1 miljoen kg en de fosfaatexcretie op 30,2 miljoen kg.

Dalende excreties zetten door
Het effect van deelname aan de LBV- en LBV‑plus komt nog beperkt tot uiting in de prognose van het CBS. Wel is te zien dat de varkenshouderij krimpt: de excreties nemen af. De fosfaat- en stikstofexcretie worden berekend op basis van het aantal dieren. Deze daling van excreties zet door vanwege het relatief grote aantal deelnemers aan de beëindigingsregelingen in de varkenssector.
POV schat dat er ongeveer 800.000 vleesvarkens, 125.000 zeugen en 800.000 gespeende biggen worden uitgekocht met de LBV/LBV+. Dit zijn 1,3 miljoen varkenseenheden. Deze regelingen geven naar schatting een reductie van 13,7 miljoen kg stikstof en 5,4 miljoen kg fosfaat, waarmee de varkenshouderij onder de sectorplafonds blijft. Dit ondanks de buitensporige extra opgave die de minister bij de varkenshouderij heeft gelegd.
Afroming moet naar ‘nul’
POV wil dat het afromingspercentage bij overdracht van rechten op ‘nul’ wordt gezet. “Wij gaan de plafonds voor dit jaar halen vanwege het relatief grote aantal bedrijfsbeëindigingen, autonome ontwikkelingen, het vakmanschap van onze varkenshouders en hogere voerefficiëntie”, aldus POV-voorzitter Linda Verriet. “De afroming van rechten in de varkenshouderij is en blijft onterecht en brengt enorme nadelen en kosten met zich mee. De bedrijfsontwikkeling staat stil. Er is bijvoorbeeld weinig tot geen aanbod van lease- en kooprechten. Het voortbestaan van met name jonge gezinsbedrijven komt hiermee op de tocht. We roepen Minister Wierma nogmaals op om te stoppen met die afroming.”
Bron: POV




