Werkt uw kind en/of beoogd bedrijfsopvolger mee in uw bedrijf? Maak dan duidelijke afspraken over een reële beloning voor dit werk, zodat op elk moment duidelijk is waar de opvolger recht op heeft.
In de praktijk zien we vaak dat dit pas achteraf wordt geregeld en dat kan problemen opleveren. Bijvoorbeeld als de bedrijfsoverdracht onverhoopt niet doorgaat. Ook dan moet de beloning waarop een opvolger of kind in principe recht heeft, nog opeisbaar zijn. Er zijn verschillende manieren om tot een (reële) beloning te komen.
Kalenderjaar-regeling
Een veel gebruikte methode is de kalenderjaar-regeling (KJ-regeling). Deze regeling is gericht op ondernemingen waarin thuiswonende kinderen in het bedrijf werkzaamheden verrichten. U hoeft hiervoor geen loonadministratie te voeren, geen sociale premies af te dragen en doet eenmalig, in januari, loonaangifte over het afgelopen jaar. Het gaat dan wel vaak om een beperkte beloning van zo’n € 6.000 per jaar. Dit bedrag kan uitgekeerd worden of opgenomen in de boekhouding als schuld van de ouders aan het kind. Vaak wordt er bij deze laatste optie gezegd: dit verrekenen we bij de bedrijfsoverdracht. Het gebeurt regelmatig dat een kind jaren fulltime meewerkt, terwijl er niets is vastgelegd over de beloning. Als de ouders achteraf hun afspraken niet (kunnen) nakomen, heeft het kind nergens recht op.
In loondienst
Een andere manier is om het kind in loondienst te nemen, alsof het gaat om een ‘gewone’ medewerker. Hij heeft dan de rechten en plichten van een werknemer en u moet sociale premies voor hem afdragen, zoals voor WW, arbeidsongeschiktheid, ziektewet en pensioen. Om die reden wordt hier minder vaak voor gekozen.
Daarnaast worden medewerkers vaak betaald voor bijvoorbeeld een 38-urige werkweek, terwijl meewerkende kinderen vaak veel meer uren maken. Ook werken zij vaker op zon- en feestdagen en nemen ze hun vakantiedagen niet (volledig) op. Kunt u het kind hiervoor achteraf nog compenseren als het bedrijf in zwaar weer komt?
Samenwerkingsverband
U kunt met uw kind ook een samenwerkingsverband aangaan in de vorm van een vennootschap onder firma (vof). Het kind wordt dan mede-ondernemer en heeft recht op bijvoorbeeld zelfstandigenaftrek. Hij moet zich dan wel zelf verzekeren voor arbeidsongeschiktheid. Hier zitten ook nadelen aan: als het minder goed gaat met het bedrijf, deelt het kind ook mee in de schuld en het verlies. Hierdoor wordt zijn vermogen lager. Gevolgen hiervan kunnen zijn dat een bedrijfsoverdracht financieel niet meer haalbaar is en dat de potentiële opvolger mogelijk onvoldoende beloond is voor zijn werkzaamheden.
Schenking en beloning
Kortom: meewerkende kinderen die beoogd opvolger zijn, krijgen vaak niet de juiste, zakelijke beloning voor kapitaal, arbeid en ondernemersrisico als de bedrijfsoverdracht onverhoopt niet door kan gaan. In de agrarische sector horen we vaak dat de opvolger kapitaal moet opbouwen om het bedrijf over te kunnen nemen, in de stille reserveregeling. Dit is niet helemaal waar. Bij vrijwel iedere agrarische bedrijfsovername moet er geschonken worden door de ouders. Gaat de bedrijfsoverdracht niet door, dan moet het kind alsnog een reële beloning voor zijn werk krijgen. Om te voorkomen dat dit bedrag achteraf flink opgelopen blijkt, is het verstandig jaarlijks te bekijken of de beloning nog wel passend is.
Ga uit van een zakelijke vergoeding en niet van een fiscale vergoeding om maar zo min mogelijk belasting te betalen. Maak hier duidelijke afspraken over en niet in de vorm van: in de toekomst compenseren we dat wel. Houd er ook rekening mee dat het nooit zeker is dat bedrijf ook daadwerkelijk wordt overgenomen.
Bron: ABAB