Tegenwoordig kan een zeug meer dan 40 biggen per jaar op de wereld brengen. Om al deze biggen een goede start te geven en daarna zelf groot te brengen moet ze heel hard werken. Ze moet veel, vlug en vaak melk kunnen geven. Gelukkig kunnen we haar daar met het juiste voer een handje bij helpen!
Is het werpproces goed verlopen? Dan gaat de overgang van biest naar melkproductie vaak ook goed. De biggen zijn dan vitaal geboren en stimuleren het uier voor een goede melkproductie. Een goede melkproductie is te sturen door middel van de juiste toepassing van onze dracht- en lactovoeders.
100 kg toomgewicht bij spenen: een droom of een realistisch doel?
Een groot aantal levend geboren biggen is één ding. Al deze biggen met een mooi gewicht ook nog spenen is één van de grootste uitdagingen in de kraamstal. Robbert Jacobs, technisch specialist zeugen en biggen, legt het graag uit: ‘Door onder andere specifieke vezelaandelen in de drachtvoeders in dezelfde verhouding terug te laten komen in het lactatievoer verloopt de overgang veel soepeler. In de kraamstal zie je dan een fitte zeug die snel op een hoge melkproductie zit en gemakkelijk haar voer opneemt.’
Welke factoren hebben invloed op de melkproductie?
- Gezondheid van de zeug
- Rustige omgeving
- Interactie tussen zeug en biggen
- Voer, voermanagement en water
- Temperatuur
Een goede en soepele overgang van dracht naar lactatievoer is dus belangrijk.
Bron: ForFarmers