Te mager of te vet. Uit onderzoek blijkt dat 33% tot 50% van de zeugen niet in optimale conditie verkeert. Dit is nadelig voor het welzijn, de levensduur én reproductieresultaten van de zeug, maar ook voor de portemonnee van de zeugenhouder. Op een bedrijf met 1.000 zeugen loopt het financiële nadeel al snel op naar ruim € 23.000,-. Tijd om in actie te komen.
Te magere zeug is niet gericht op reproductie
De lichaamsconditie van een zeug scoren we op een schaal van 1 tot 5. Waarbij een conditiescore van 1 te mager is en 5 te vet. Belangrijke opmerking daarbij is dat conditie en gewicht van de zeug niet hetzelfde zijn. Maar met inachtneming van pariteit en productiefase bij de moderne, vleesrijke zeug is het gewicht wél een goede indicator voor haar conditie. Een zeug met conditie 1 staat in de overlevingsstand: haar lichaam is niet gericht op reproductie, er zijn minder vruchtbare eitjes en het risico op terugkomen is groter. Als ze wel drachtig raakt, krijgt ze vaak een kleinere toom en is de melkproductie niet optimaal. Gebeurt dit al in de eerste worp, dan ondervindt ze hier de rest van haar leven schade van. Een te magere zeug levert € 65,- per jaar minder op door slechtere reproductiecijfers.
Te vette zeugen vormen hoogste kostenpost
Te vette zeugen vormen hoogste kostenpost
Een zeug met een conditiescore van 5 is te vet en dat kost dubbel geld. Enerzijds krijgt een te vette zeug problemen in de kraamstal. Het geboorteproces verloopt trager doordat de oxytocine (hormoon dat de geboorte op gang brengt) over meer kilo’s lichaamsgewicht verdeeld wordt en de weeën daardoor zwakker zijn. Gevolg is een daling van 0,5 levend geboren biggen. Doordat ze haar warmte niet kwijt kan, daalt de voeropname in het kraamhok. De melkproductie komt zo slechter op gang en de biggen krijgen te weinig biest en melk. Anderzijds heeft een te vette zeug in de dracht te veel voer gevreten, waardoor haar voerkosten stijgen. In totaal resulteert een te vette zeug in een kostenpost van € 75,- per zeug per jaar. Op een bedrijf met 1.000 zeugen waarvan 33% van de zeugen te mager of te vet is betekent dit 333 zeugen * € 70,- = € 23.310,- aan inkomstenderving op jaarbasis.
Voeren naar behoefte
Een zeug in optimale conditie houden is makkelijker gezegd dan gedaan. Want voeren naar behoefte vergt vakmanschap én arbeid. Als varkenshouder heb je een aantal opties om hierop te sturen:
- Handmatig voeren: dagelijks beoordeelt u de conditie van de zeugen en u stelt de voercurve individueel bij. Dit is een arbeidsintensieve klus en moet telkens door dezelfde persoon gebeuren om verschil in beoordeling te voorkomen.
- Voeren met een voerstation: bij aanvang dracht bepaalt u de conditie van de zeug en u zet haar op een bijpassende voercurve. Bij de volgende conditiebeoordeling (meestal na 60 dagen dracht) weet u of de voergift het gewenste effect heeft gehad. Is dat niet het geval, dan is het lastig om in de tweede fase van de dracht nog bij te sturen.
- Handmatig spekdikte meten: om de paar weken meet u de spekdikte van de zeugen. Op basis van de absolute waarde én de toename in spekdikte past u de voercurve aan. Een nadeel is uiteraard dat dit veel arbeid vergt. Bovendien is de moderne zeug vleesrijk en zegt de absolute waarde van de spekdikte niet alles over haar conditie.
- Handmatig wegen: u weegt alle zeugen ééns per twee à drie weken op een weegschaal. Op basis van een objectieve meting van de gewichtstoename stelt u de voercurve bij.
- Automatische gewichtsmonitoring: de zeugen worden dagelijks automatisch gewogen in het voerstation. Dieren met onvoldoende gewichtstoename komen op een attentielijst, zodat u direct de voercurve voor deze zeugen kunt bijstellen. Zo zijn uw zeugen met 60 dagen dracht in de juiste conditie. In de toekomst is het wellicht zelfs mogelijk dat de voercomputer zélf de voergift optimaliseert.
Automatisering loont
Het belang van voeren naar behoefte neemt toe. We vragen een topprestatie van de zeug en daar hoort een top(sport)conditie bij. Tegelijkertijd is vakbekwaam personeel schaars. Automatisering van processen helpt u om met beperkte arbeid goede resultaten te halen. Zo houdt u uw bedrijf zowel technisch als financieel in goede conditie.
Bron: Nedap