Minister Wiersma werd gisteren hartelijk ontvangen op het varkensbedrijf van familie Brummelhuis in Hoge Hexel en het pluimveebedrijf van familie Jaspers in Hellendoorn. De bedrijfsbezoeken stonden in het teken van het convenant dierwaardiger veehouderij, oftewel dierenwelzijn in de varkens- en pluimveehouderij.
Reactie minister Wiersma
De twee werkbezoeken laten zien wat voor mooie stappen er al gezet zijn op het gebied van dierenwelzijn, aldus minister Wiersma. “De boodschap vanuit de sectorpartijen was helder: als we meer willen doen – en dat willen boeren – dan kunnen ze dat niet alleen. Dat blijkt ook uit het rapport van WeCR ‘Werken aan dierenwelzijn in de veehouderij; een sociaal-economische impactanalyse’ dat mij is aangeboden. Ik ben blij dat we met het convenantstraject doorgaan, waarbij we met veel verschillende partijen afspraken kunnen maken die een belangrijke basis vormen voor de AMvB. Mijn inzet is om gezamenlijk tot gedragen, realistisch beleid te komen.”
Boodschap aan de minister voor investeringen dierenwelzijn
Tijdens het werkbezoek werd de minister gevraagd om haar beleid voor het dierenwelzijn te baseren op inhoudelijke, wetenschappelijke gronden en niet op emoties. De minister wordt daarbij gevraagd rekening te houden met de voorlopers, die extra waardering verdienen. Ook de Europese regelgeving, gelijk speelveld binnen Europa en vooral de marktvraag mogen onder geen beding uit het oog worden verloren. Grote investeringen in dierenwelzijn moeten langjarig zekerheid bieden; deze investeringen moeten immers terugverdiend kunnen worden in de markt.
“De minister heeft nu met eigen ogen kunnen zien tegen welke beperkingen pluimveehouders aanlopen als zij tegemoet willen komen aan de maatschappelijke wens van meer dierenwelzijn. De marktvraag is er. Laten we er dan gezamenlijk voor zorgen dat we die mooie producten ook op een goede manier in Nederland kunnen produceren. We hopen dat de minister ons daarin gaat helpen”, aldus Kees de Jong, voorzitter LTO/NOP vakgroep Pluimveehouderij.
“Wij wilden de minister kennis laten maken met onze sector”, zegt POV-voorzitter Linda Verriet. Verriet vond bij de minister een luisterend oor en veel kennis van zaken. “Wij willen de komende jaren meer stappen zetten in dierenwelzijn, maar kunnen dat niet alleen en hebben de minister gevraagd ons daarin te faciliteren.”
Over Pluimveebedrijf Jaspers
De familie Jaspers beweegt al jaren mee met de markt en maatschappelijke wensen op het gebied van dierenwelzijn. Van oorspronkelijk 160.000 reguliere vleeskuikens zijn telkens stappen gezet door voor afzetmarkten te produceren met meer aandacht voor dierenwelzijn. Eerst volgens het ‘Enrichment’ concept van Mc Donalds, daarna voor Albert Heijn volgens de voorwaarden van ‘Goed Nest Kip’ en sinds drie jaar volgens het 1 ster Beter Leven keurmerk.
Telkens stappen naar meer dierenwelzijn en minder dieren. Sinds 3 jaar worden de kippen volgens het 1ster Beter Leven keurmerk gehouden, maar lukt het niet om een vergunning te verkrijgen voor de aanbouw van de benodigde overdekte uitloop vanwege onduidelijkheid over emissies. Dat frustreert en betekent dat de familie Jaspers niet de voorziene 81.000 kuikens maar 65.000 kuikens kan houden, een flinke financiële aderlating.
Over Varkensbedrijf Brummelhuis
Op het varkensbedrijf van familie Brummelhuis werd de minister meegenomen in de investeringen die het bedrijf heeft gedaan voor dierenwelzijn. Deze ondernemers kozen voor nieuwbouw in 2016 omdat de wensen niet realiseerbaar waren in de bestaande stal. Er werd gekozen voor kraamhokken waarin de zeug vrij kan bewegen met haar biggen en waar de biggen na spenen blijven (vrijloop kraamopfokhok).
Vooroplopen in dierenwelzijn betekent tegenwoordig een groot risico nemen. Het risico dat de regering wederom komt met nieuwe regels, die niet inpasbaar zijn in de nieuwe stal. Wat een volgende dure verbouwing kan betekenen.
Bron: POV