De Europese varkenshouderij staat aan de vooravond van een langdurige krimp. Dat blijkt uit de nieuwste EU Agricultural Outlook, waarin de Europese Commissie de verwachtingen voor de landbouwsector tot 2035 schetst. Ondanks een tijdelijk herstel in 2024 en 2025, voorziet Brussel een structurele daling van de varkensvleesproductie in de EU. Strengere regelgeving, maatschappelijke druk en veranderende internationale markten zetten de sector onder blijvende spanning.
In 2024 en 2025 nam de varkensvleesproductie in de EU licht toe, vooral door een groei van de zeugenstapel na eerdere krimpjaren. Volgens de EU Agricultural Outlook 2025-2035 van Europese Commissie is dit herstel echter van korte duur. De varkenshouderij blijft last houden van maatschappelijke druk, wat leidt tot strengere eisen op het gebied van dierenwelzijn en milieu.
In meerdere lidstaten worden nieuwe regels ingevoerd of aangescherpt. Deze beperken de productieruimte verder. Tegelijkertijd nemen de exportmogelijkheden af, vooral door een teruglopende vraag uit China. De Europese Commissie gaat er in haar rapport vanuit dat Afrikaanse Varkenspest (AVP) de komende jaren in Europa wel aanwezig blijft, maar niet voor grootschalige, onbeheersbare uitbraken zorgt.
Per saldo leidt dit tot een verwachte daling van de EU-varkensvleesproductie met gemiddeld 0,75 procent per jaar tot 2035. Dit komt neer op een afname van circa 1,54 miljoen ton ten opzichte van het gemiddelde productieniveau in de periode 2023–2025.
Grote regionale verschillen binnen Europa
De krimp zal niet overal even sterk zijn. In West-Europese landen zoals Nederland, België, Duitsland en Frankrijk wordt een relatief sterke productiedaling verwacht. Hier spelen strengere milieuregels, hoge kosten en maatschappelijke druk een belangrijke rol. Spanje vormt daarop een uitzondering. Door schaalvoordelen en een concurrerende kostprijs kan de productie daar mogelijk nog groeien.
Minder varkensvlees op het bord
Ook aan de consumptiekant zijn de vooruitzichten somber. Milieu- en welzijnsdiscussies beïnvloeden het koopgedrag van consumenten. Ook het relatief hogere vetgehalte van varkensvlees valt bij een deel van de consumenten minder in de smaak. Hoewel varkensvlees nog steeds de goedkoopste vleessoort is, verwacht de Europese Commissie een daling van de consumptie per hoofd van de bevolking.
De gemiddelde EU-consumptie daalt naar verwachting van 23,3 kilogram per persoon per jaar naar 21,8 kilogram in 2035. Deze afname loopt parallel aan de dalende productie en past binnen de bredere trend van een gematigder vleesconsumptie in Europa.
Import blijft beperkt
De EU blijft grotendeels zelfvoorzienend in varkensvlees. In de afgelopen tien jaar importeerde de EU jaarlijks slechts 100.000 tot 150.000 ton, waarvan ongeveer 70 procent afkomstig was uit het Verenigd Koninkrijk. Die importvolumes zullen volgens de EU verder dalen tot ongeveer 90.000 ton in 2035. Dit betekent een afname van gemiddeld 1,2 procent per jaar.
Export onder druk door veranderende wereldmarkt
Op de wereldmarkt blijft de vraag naar varkensvleesimporten tot 2035 stabiel rond 10,5 miljoen ton per jaar. Wel verandert de verdeling van die vraag. China en Vietnam herstellen hun eigen productiecapaciteit, waardoor hun importbehoefte afneemt. Dat raakt de EU, die de afgelopen jaren sterk afhankelijk was van de vraag vanuit de Chinese markt.
Daartegenover staat een groeiende vraag in delen van Afrika en Azië, zoals Maleisië. Toch zal dat de terugval vanuit China niet volledig compenseren. Opvallend is dat het Verenigd Koninkrijk in de periode 2025–2035 de belangrijkste afzonderlijke exportbestemming voor EU-varkensvlees lijkt te worden, nog vóór China. De Britse vraag blijft echter stabiel en biedt weinig ruimte voor groei.
De lagere Chinese vraag zorgt bovendien voor extra concurrentie op andere Aziatische markten, vooral van de Verenigde Staten, Canada en Brazilië. Deze landen beschikken over lagere productiekosten en vergroten hun aanwezigheid op de wereldmarkt.
Prijzen blijven relatief stabiel
Ondanks de krimp in productie en export verwacht de Europese Commissie geen sterke prijsdaling. De gemiddelde EU-varkensvleesprijs blijft naar verwachting rond de 2.000 euro per ton tot 2035. Dat niveau ligt weliswaar boven de producentenprijzen in Brazilië en Canada, maar sluit aan bij historische Europese prijsniveaus.
Na een exportdip in 2025 daalt de uitvoer van EU-varkensvlees naar verwachting verder met gemiddeld 1 procent per jaar tot 2035, wat neerkomt op een afname van circa 280.000 ton. Het aandeel van de EU in de wereldwijde varkensvleesexport zakt daarmee van 28,5 naar 26 procent.
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: Byldbrêge/ Menno Dijkstra




